Hervormde gemeente Onderdendam

Geschiedenis van de Nederlands Hervormde Gemeente Onderdendam

2 Januari 1828

is bij Koninklijk besluit op voordracht van schout en gemeenteraad van Bedum en het College van toezicht Groningen, de zelfstandige Hervormde Gemeente Onderdendam gesticht.

Het besluit is op aanvraag net als nog meerdere oude en nieuwe geschriften uit het archief ter inzage bij de Kerkvoogdij.

Tot de gemeente zullen behoren de kerkelijke gemeente Menkeweer, nu nog Kerkhof en Boerderij aan de weg naar Warffum (in 1790 is pastorieboerderij met 30 hectare land verkocht voor ƒ 2.000,-- (€ 909,09) jaarlijkse vaste huur, afgekocht door de huidige familie voor ƒ 9.500,-- (€ 4.318,18) en de kerkelijke gemeente Onderwierum, nu nog kerkhof en enige huizen aanwezig op een paar honderd meter westelijk aan de Stadsweg van Onderdendam naar Bedum.

De gemeente Menkeweer, van 1594-1651 een predikantsplaats met Stitswerd en van 1692-1828 met Westerwijtwerd, wordt vanaf 1828 een gemeente met Onderwierum de nieuwe Nederlands Hervormde Gemeente Onderdendam.

Onderwierum, een predikantsplaats van 1620-1828 met Westerdijkshorn, wordt ontbonden.

De kerk van Onderwierum zal voorlopig voor Eredienst worden gebruikt en de pastorie als woning voor de predikant.

Door de samenvoeging moet de kerk te Menkeweer worden afgebroken en de opbrengst van de afbraak komt te goede aan de gemeente van Onderdendam. De weg van Onderdendam naar Onderwierum moet verhard worden, dat het goed begaanbaar is voor ruituigen en voetgangers met puin of stenen en onderhouden. (Zie stukken in archief).

Op 7 april 1839 komt er een besluit van de Koning voor de nieuw te bouwen kerk. Op 30 december 1839 vindt de aanbesteding plaats namens de Kerkvoogdij door notaris Mr. van Roijen alhier.

Kerkgebouw in Onderwierum

Kerkgebouw in Onderwierum

De bouw werd opgedragen aan de laagste inschrijver G.J. Bos te Bedum voor ƒ 8.870,-- (€ 4.031,82), de begroting was ƒ 7.000,-- (€ 3.181,82). De Koning gaf een subsidie van ƒ 3.000,-- (€ 1.363,64).

1840

De kerk te Onderdendam wordt gebouwd onder architectuur van W.K. Dusseldorp, zoon van G. Dusseldorp, opziener van de waterstaat te Onderdendam.

Gedenksteen van de bouw van de kerk:

Gesticht in den Jare 1840 onder het Kerkelijk bestuur van H.N. de Sitter, G.P. Woest, H.F. Bulthuis Kerkvoogden
Mr. A.I. van Roijen, R. Lantink, ds. P. Damsté, E.E. de Weert, mr. C.W.P. van Naessen, H.E. Coldij Notabelen
Architect W.K. Dusseldorp.

Na eerst een heem te hebben gekocht van J.R. Wolvius aan de rand van het dorp, kon men het huidige heem kopen van erven Kroon voor de som van ƒ 675,-- (€ 306,82) en van eerste af voor ƒ 200,-- (€ 90,91) rouwkoop. Afkoop vaste huren ƒ 100,-- (€ 45,45) voor het graven van de grachten ƒ 85,-- (€ 38,64). Zondag 13 december 1840 werd de nieuwe kerk ingewijd en vertrok die morgen om half acht van buiten de Ebbingepoort te Groningen een veerschuit met genodigden naar Onderdendam.

In 1840 werd G.W. Lohman te Groningen opdacht gegeven voor de bouw van een nieuwe orgel. Kosten ƒ 1.462,50 (€ 664,77), zie archief. In mei 1841 werd het in gebruik genomen. De kerk te Onderwierum werd in 1841 afgebroken. Verkoop materialen sloop kerk en toren bracht ƒ 946,-- (€ 430,--) op. De oude klok werd verkocht voor ƒ 209,-- (€ 95,--).

In het koor van de huidige kerk zijn grafstenen afkomstig van het kerkhof te Onderwierum, alle twee uit het begin van 1600 en alle twee van de huisvrouwen van de predikanten (zie foto).

1863 Er wordt nieuwe pastorie gebouwd op de heemstede waar een oude behuizing stond, die werd afgebroken, voor ƒ 5.180,-- (€ 2354,55).

Pastorie van de Hervormde gemeente in Onderdendam

Van links naar rechts; buitenkant van de kerk: pompbediening; onder de kansel: waterpomp; uitvergroting van de waterpomp

20 juli 1875

Aanbesteding van het maken van een regenbak bij de kerk der Hervormde gemeente te Onderdendam en het dempen der grachten rondom de kerk voor de som van ƒ 1.230,-- (€ 559,09). Vandaar dat zich onder de kansel een waterpomp bevindt die van buitenaf is te bedienen. Dit was een drinkwatervoorziening voor het dorp, en tegen betaling kon worden verkregen.

1832

Verplicht wordt om een instructie voor de koster te maken en daarvan aan classicaal bestuur rapport te doen.

22 december 1834

Instructies van de Algemene Synode der Hervormde Kerk d.d. 16 juli 1834 betreffende de zuiverheid van de evangelieprediking, het preken door studenten en het toezicht op alle woelingen van onruststokers en geheime opruiers, of van openbare klagers zonder genoegzame grond. Brief van de Minister belast met de voor de zaken der Hervormde Kerk d.d. 27 november 1834 betreffende het besluit van de Koning tot afwijzing van het verzoek van de Afgescheidenen om godsdienstvrijheid en behoud van kerken en kerkelijke goederen, met de vermaning terug te keren tot gehoorzaamheid aan het door de Koning erkend Hervormd Kerkbestuur

2 augustus 1835

Afschaffing van de middagdienst in verband met de geringe opkomst. Van tijd tot tijd zal 's avonds een dienst worden gehouden in de school te Onderdendam.

14 december 1836

Besluit van de Algemene Synode der Hervormde Kerk d.d. 14 juli 1836 omtrent het bezoeken van degenen die zich van de Hervormde Kerk willen afscheiden en dat hun verzoek om uitschrijving uit het lidmatenboek, of van hun kinderen uit het doopboek, voor kennisgeving moet worden aangenomen. De preses stelt voor om de kosten van armenhuizen van hun gemeente te vergelijken met de kosten van andere armen- of werkhuizen teneinde een inventarisatie te maken van wat echt nodig is voor de ondersteuning.

5 april 1837

Na verkregen informatie betreffende de kosten ter ondersteuning van de armen werd besloten om het voorbeeld van het werkhuis te Middelstum na te volgen en daartoe het armenhuis te Menkeweer in te richten tot werkhuis. De kosten hiervan zullen door een deskundige worden opgenomen.

8 juli 1837

Verzoek van de Kerkvoogdij bij de Koning om toestemmin tot bouw van een kerk in Onderdendam, hieraan wordt voldaan. De tijdelijke predikant ds. P. Damsté zal een billijke huishuur of schadeloosstelling worden gegeven totdat in Onderdendam ook een pastorie gebouwd is.

Met de uitbesteding van het werkhuis wordt tot de winter gewacht omdat het dan voordeliger is.

4 april 1838

De boekhouder van de Diaconie wordt tot directeur van het armen- en werkhuis gekozen, die de post op zich neemt.

2 januari 1842

Besloten werd een kennisgeving van Afscheiding door een lidmaat en vijf anderen in het lidmatenboek te deponeren.

12 december 1842

Kennisgeving zonder dagtekening van Afscheiding van 11 personen en drie lidmaten.

20 februari 1857

Onze gemeente telt 116 lidmaten en 531 leden.

1 augustus 1862

Instructie Koster.

27 maart 1863

Opgave vaste goederen Diaconie aan Classis, volgens artikel Synodaal Reglement Diaconieën. De vaste goederen bestaan uit twee armen- of werkhuizen en de eigendom van een kampje land te Onderwierum genoemd het avenkampje, onder beklemming in gebruik bij B.D. Wolfis, jaarlijkse huur: ƒ 1,75 (€ 0,80).

16 april 1871

In verband met de geringe opkomst wordt de middagdienst afgeschaft en de diensten in de winter worden 's avonds gehouden.

5 september 1879

Beide armenhuizen zijn in vervallen staat. Besloten wordt om met toestemming van het classicaal bestuur achter ene armen- werkhuis aan de Uiterdijk te verkopen met de opbrengst daarvan te besteden voor herstel van het armen- werkhuis achter D. Nienoord. Op 17 februari 1880 vindt de uitbesteding van de verbouwing plaats.

20 januari 1888

Er wordt besloten in plaats vier maal avondmaal per jaar, deze twee maal te gehouden.

20 juli 1898

De kerkenraad vindt de traktement van onzuiver ƒ 1.154,05 (€ 524,57) of na aftrek van kosten ƒ 1.034,06 (€ 470,03) te laag en vragen de Kerkvoogden dit uit de kas te verhogen.

4 augustus 1905

Verhoging van het traktement voor de predikant van ƒ 1.300,-- (€ 590,91) per jaar met vrijstelling van de volgende belastingen: A. Grondbelasting, B. Personele Belasting, C. Waterschaps- en molenlasten, D. Weduwenbeurs, E. Gemeentebelasting, F. Bedrijfsbelasting.

Toetreding tot de opgerichte vereniging van Vrijzinnig Hervormden in de provincie Groningen.

11 november 1910

Er wordt besloten om de eerste rij bomen ronde de kerk te verwijderen, zulks naar aanleiding voor beter drinkwater in de regenbak en verwijdering van vogels onder het dak van de kerk. Het College van Toezicht verleend vergunning te verkopen en wel voor ƒ 95,-- (€ 43,18).

13 augustus 1921

Wegens de treurige toestand van de afriggeling om de kerk wordt besloten om een ijzeren hek te plaatsen. Het ijzerwerk gaat ƒ 640,-- ( € 290,91) kosten en metselwerk ƒ 710,-- (€ 322,73).

9 mei 1926

Vaststelling van traktement op ƒ 2.500,-- (€ 1.136,36). De gemeente is gerangschikt in de eerste klas.

1 december 1930

Wegens de benoeming van de heer O.T. Nieweg te Godlinze tot hoofd der O.L. School, wordt hij benoemd tot organist der Nederlands Hervormde Kerk tegen genot van vrije woning en een strook grond.

4 februari 1931

Verkoop bouwterrein van een gedeelte van de kosterijtuin van circa 8 are voor de prijs van ƒ 800,-- (€ 363,64). Koper moet de scheiding plaatsen en onderhouden.

7 juli 1941

Wegens schuld aan ds. Kars ad. ƒ 3.406,88 (€ 1.548,58) wordt een lening aangegaan van ƒ 3.400,-- (€ 1.545,45) tegen 3½ %.

22 oktober 1946

In beginsel is besloten om elektriciteit in de kerk aan te leggen. Kosten aanleg en lampen ƒ 525,-- (€ 238,64). Zo spoedig mogelijk aanschaf windvoorziening orgel.

3 december 1947

Verkoop afgraven klei steenfabriek, tegen een vergoeding van ƒ 3.000,-- (€ 1.363,64) per hectare.

27 april 1948

Verkoop kosterijwoning Warffumerweg 35 aan de gemeente Bedum voor de taxatieprijs van ƒ 6.000,-- (€ 2.727,27).

9 september 1948

Kasgeld lening voor herstel kosten pastorie. Bovendien vereist het orgel grondige reparatie en verwisseling gaslicht voor elektrisch.

24 april 1951

In orde brengen slechte toestand verkerende graven begraafplaats Menkeweer.

30 april 1954

Pastoraal verband Onderdendam met Bedum.

12 april 1957

Kerkvoogden worden gemachtigd stappen te ondernemen om bij de kerk in onderhoud zijnde begraafplaatsen te Onderwierum en Menkeweer gesloten te krijgen. Besloten wordt de klok in de toren te herstellen: ƒ 250,-- (€ 113,64). Toekenning subsidie restauratie orgel van de baan. De heer Vegter Usquert biedt een windvoorziening orgel aan te brengen voor ongeveer ƒ 750,-- (€ 340,91).

26 november 1959

Besloten wordt het kerkhof te Menkeweer over te dragen aan het Waterschap Hunsingo tegen de prijs van ƒ 1,-- (€ 0,45).

11 april 1960

Geldlening aan gaan van ƒ 3.000,-- (€ 1.363,64) van de gemeente Bedum, rente 3% over 10 jaar, voor verbouw schuur pastorie tot jeugdgebouw. Brandhaken oostzijde kerk worden opgeruimd.

8 augustus 1960

Wijziging plaatselijk reglement. Hoofddoel van deze wijziging is de vrouwelijke lidmaten te betrekken in de stemgerechtigheid tot verkiezen van notabelen.

4 maart 1964

Verlichting Wijzerplaten. Er wordt besloten om dit uit te voeren.

28 april 1965

Een schrijven van de gespreksgroep om nieuwe banken of stoelen in de kerk te plaatsen.

9 mei 1968

Het opknappen van de kerk gaat minsten ƒ 20.000,-- (€ 9.090,91) kosten en de vraag is of dit nog wel verantwoord is nu er zo weinig mensen de kerkdiensten bezoeken.

28 augustus 1968

Verkoop pastorie aan de heer J. Kornelis voor ƒ 25.000,-- (€ 11.363,64). Gemeente Bedum is genegen de Lijkweg over te nemen.

11 december 1969

Oude kanselbijbel wordt voor ƒ 500,-- (€ 227,27) teruggekocht. Daterend 1637.

7 januari 1972
Interieurfoto voor de verbouwing

Besloten wordt om op 11 januari met de restauratie van de kerk te beginnen. Er is nu ƒ 17.337,89 (€ 7.880,86) beschikbaar.

Interieurfoto na de verbouwing
9 mei 1972

De kerk wordt weer officieel in gebruik genomen. Er zijn voor en na de ingebruikneming nog vele acties zoals koekverkoop en bazaars georganiseerd om uit de rode cijfers te komen. Van de Nederlands Hervormde Kerk te 's-Gravenhage is een subsidie ontvangen van ƒ 3.000,-- ( € 1.363,64), waarvan ƒ 600,-- (€ 272,73) moet worden terugbetaald. Wat betreft het orgel is een spoedige restauratie nog niet nodig. De heer Weessies uit Bedum heeft enkele kleinigheden gerepareerd.

1974

De weg naar Onderwierum is inmiddels overgenomen door de Reisenbach en niet door de gemeente Bedum. Wel is de gemeente nu genegen om het kerkhof over te nemen voor ƒ 1,-- (€ 0,45). Een schrijven 16-5-1975 van Provinciaal College van Toezicht Groningen, dat gezien het aantal lidmaten toevoeging met Bedum onvermijdelijk zal zijn. Voor kennisgeving aangenomen. Het jeugdgebouw wordt van binnen gesausd en geverfd.

1976

Liturgieborden worden geschonken aan de kerk.

De straten noordzijde en zuidzijde zijn in slechte toestand, er blijven bij regen poelen water staan.

1978

Er wordt een orgelfonds ingesteld daar er twee registers niet meer werken. De heer Weessies bekijkt wat nodig is.

Maart 1984

De slechte toestand van toren en dak jeugdgebouw wordt besproken, er zal getracht worden subsidie te verkrijgen, want het is anders niet te betalen.

17 september 1980

wordt in de vergadering besloten om centrale verwarming in het Jeugdgebouw te plaatsen. Ook wordt besloten om het dak van de kerk te vernieuwen, kosten begroot op ƒ 11.702,06 (€ 5.319,12). Ook wordt in datzelfde jaar besloten om centrale verwarming in de kerk te plaatsen, begroot op ƒ 16.500,-- (€ 7.500,--).

1986

1986 De grond, waar de oude O.L. School op staat, wordt aan gemeente Bedum overgedragen voor ƒ 30.000,-- (€ 13.636,36). Timmerwerk herstel toren gereed en goten eveneens.

24 september 1992

Er wordt medegedeeld dat de gebroeders Klamer ophouden te boeren en medewerking vragen om de pacht te beëindigen. Er ligt ook melkquotum op het land, waarvan de helft voor de verpachter is. De kerkvoogden worden gemachtigd die zaak af te handelen. Eigen aansluiting waterleiding jeugdgebouw, die nu nog via de bewoners van de pastorie loopt. Verder wordt besloten om het archief over te dragen aan het rijksarchief te Groningen, maar blijft ons eigendom.

Na veel hoogte- en dieptepunten zijn wij nu toch wel een bloeiende gemeente. God laat niet meer los het werk wat Hij eenmaal begon.

Bron: "Nederlands Hervormde Kerk", samengesteld door A.S. Tuinstra e P. van der Tuuk ter gelegenheid van de ingebruikneming van het gerestaureerde kerkorgel op 12 december 1997.